Stilte, een heerlijk woord, veel verlangd, maar vaak verstoord.

vrijdag 8 juni 2012

Multiculturele samenleving

Ik slenterde over de markt in Venlo toen ik werd aangesproken door een vrouw die een opengeknipte plastic zak van de Schiphol tax free shop als een kapje om haar hoofd droeg (het was zonnig en droog, het had geregend) en mij lijzig vroeg ‘om een eurotje voor een bosje bloemen’. Ze stonk naar pisbak. Ik had geen eurotje en als ik er wel een had gehad had ze die niet gekregen.
Ik belandde bij de viskraam waar een moddervette man tegen de verkoper blafte: ‘Ik moet een goeie, verse vis hebben. Maakt niet uit wat, als hij maar niet zo’n sjagrijnige rotkop heeft.’ De uitbater wees zonder aarzelen een moot kabeljauw aan, waarop de dikke man goedkeurend knikte. Naast hem stond een vrouw in een met gouden lovertjes bestikte harembroek die op urgente toon tegen een pikzwart kleutermeisje sprak:’En ik ben dus een halve Chinees hè!’ Het kind keek geschrokken om zich heen. Aan de vrouw, plomp en vaalblond, was overigens niets Chinees te bekennen.
Ik liep verder en aangekomen bij de groentekraam hoorde ik een mannenstem: ‘Wanneer kom je eens bij me eten?’ Een vrouw naast mij keek verrast op en glimlachte aarzelend. Het was een man van Noordafrikaanse afkomst. Lang, jongensachtig slank op het tengere af. ‘Ik ga Marokkaans voor je koken, oke?’ Hij lachte een stralend wit gebit bloot, met één hoektand die een beetje scheef stond. De vrouw dacht een ogenblik na. ‘Mag ik je nummer? Dan kan ik er even over nadenken.’ Zijn lach verstarde. Je zàg hem denken: ‘Als ik een blonde Hollandse jongen was geweest had ze het wèl gedaan.’ ‘Ik heet Mohammed’, zei hij met nauw verholen spot, terwijl de vrouw zijn nummer opschreef. ‘Mohammed, je weet wel, zoals wij allemaal heten…’
En weg fietste hij. Weg van de markt, een centrale plek in onze multiculturele samenleving.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten