Stilte, een heerlijk woord, veel verlangd, maar vaak verstoord.

dinsdag 28 december 2010

Vandaag kwam de mededeling dat Marianne Timmer stopt met schaatsen.
In 2006, na het veroveren van de gouden plak op de 1000 m. tijdens de OS te Turijn,
zag onderstaand gedicht het licht:



TIMMER

Getergd als ze was,
op de 500 nog een diskwalificatie
voor de ogen van heel de natie.
Maar op de 1000 kwam ze pas
echt in de Oval Lingotto.
Daar werd 1.16.05 haar motto.
Strelend vloog ze over de ijsvloer
Harde klappen uit al haar ledematen

Ah, mon amour!
Ik kreeg in de gaten,
dat bij het ingaan van de laatste bocht,
lichte schittering van goud vermocht.
Na duizend maal een meter
wist heel de natie vanuit Turijn
weer wie de echte Timmer zou zijn,
de snelste kilometervreter.

DAMESDAG 

Er bestaat een Dierendag, Moederdag, Vaderdag enzovoort, maar nu schijnt er ook ergens in de wereld een Damesdag te zijn. Het kan ook zo wezen dat een aantal dames gaan discussiëren over de zin of onzin om zo’n internationale damesdag in het leven te roepen. Ik ben summier geïnformeerd. Geeft ook niet. Het recht om iets te zeggen over internationale damesdag is n.l. voorbehouden aan de dames zelf. Ik zou het niet in mijn hoofd halen om iets over internationale damesdag te zeggen. Over gevoelige onderwerpen is het beter om de doelgroep zelf aan het woord te laten. Moppen over Duitsers, joden, negers en homos laat ik ook liever aan de ervaringsdeskundigen over. In het openbaar althans. Dat is wel zo veilig.

Moederdag, dat weet ik en vaderdag ook maar damesdag, nou nee. Nou zegt dat niet zoveel, ik weet ook pas sinds kort dat er zoiets bestaat als een secretaressedag en ook van Wereld Aidsdag ben ik sinds een paar jaar op de hoogte. Maar goed, dat kan ook komen omdat ik geen secretaresse of Aids heb, dan hoef ik dat ook niet te weten.

Met dames ligt dat anders, ik verkeer een groot deel van mijn leven tussen dames, maar ik heb niet het idee dat het erg leeft onder deze doelgroep. Ik heb er nooit iets over gehoord althans, laat staan dat er een verhoogde opwinding te bespeuren valt, wanneer damesdag zich weer aandient.
Het verschil met Valentijnsdag is opvallend. Sommigen zijn de week voorafgaand aan de 14e februari nauwelijks aanspreekbaar, en als er op die dag een anonieme kaart met een geheimzinnige mededeling arriveert, gaat men dagenlang speculeren over de afzender. Maar als je tegen diezelfde mensen zegt: ‘morgen is het weer zover hè, internationale damesdag!’, dan is slechts een meewarige en onbegrijpende blik mijn deel.

Volgens mij weet 90% van de doelgroep niet waar het over gaat. Maar dat geldt ook voor dierendag. Als ik op 4 oktober met een schoteltje paté, voorzien van een toefje peterselie, mijn hond probeer te verrassen, kijkt die me ook aan of ik achterlijk ben geworden. Dat is het natuurlijk! Internationale damesdag is een soort dierendag voor dames! Dat lost ook het probleem op: wat doe je met damesdag? Gewoon een beetje extra aardig zijn: bloemetje, ontbijt op bed, een beetje vertroetelen, ook dames kunnen af en toe best eens wat extra aandacht gebruiken.

zondag 26 december 2010


KRANTENJONGEN

Aan het einde van het jaar gaan de krantenbezorgers weer op pad om bij de lezers, namens het bedrijf, een kaartje met de beste wensen voor het nieuwe jaar af te geven. De bedoeling is dan, dat in ruil voor het kaartje de lezer er een willekeurig bedragje voor teruggeeft.
Bij ons loopt een Marokkaanse jongen die ’s ochtends met de Volkskrant aan de deur komt en die ik ’s middags met de NRC door de buurt zie fietsen, muts op, zonnebril op, walkman op.
Een paar dagen voor oud en nieuw belt hij aan om een gelukkig nieuwjaar te wensen – een mooie traditie in het krantenvak.
Ik gaf hem vorig jaar bij die gelegenheid tien euro; meer had ik niet in mijn zak zitten, minder trouwens ook niet. En het leek me nog een passend bedrag ook. 2010 nietwaar.
“Zoveel?” stamelde hij. Met enige huiver nam hij het biljet aan.
Ik knikte, maar ik schaamde me ook, gek genoeg. Geef je zo’n jongen te weinig, dan kun je de deur tevreden dicht doen, daar ben je lekker goedkoop vanaf, geef je hem daarentegen te veel, dan heb je je misschien patserig gedragen, sterker nog: misschien heb je de jongen wel op zijn ziel getrapt door hem als een arme sloeber te behandelen.
Ik begon hem dus omstandig uit te leggen hoe bijzonder het eigenlijk wel niet is dat de krant iedere ochtend op de mat valt, voor dag en dauw, ook dat nog, en dat ik zelf in mijn eigen jongensjaren ook door weer en wind ging met de krant, zij het met het toenmalige Het Vrije Volk, in die dagen de grootste krant van Nederland. En eens een krantenjongen, altijd een krantenjongen, besloot ik de uitleg rommelig, en vandaar de gulle gift.
“Nou bedankt dan,” zei de jongen, nog altijd een beetje beduusd, maar ook duidelijk van zins zijn weg te vervolgen, zijn ogen schichtten onrustig heen en weer.
“Jij ook gelukkig nieuwjaar,” zei ik, en toen belde hij aan bij de buren en kon ik de voordeur sluiten.
Sindsdien is er niets veranderd in mijn relatie met de krantenjongen. Ik was een beetje bezorgd dat dit wel zou gebeuren, maar alles is bij het oude gebleven. Hij groet me nog steeds niet als we elkaar tegenkomen, en hij scheldt nog altijd op de hond die onverminderd tegen hem blaft.
Als ik hem vraag of hij misschien een krantje over heeft, vraagt hij er nog steeds 2 euro voor – iets dat als ik gezonde handelsgeest zie.

zaterdag 18 december 2010


SNEEUW

Gisteren sneeuwde het! Een depressie trok over het land met sneeuw die bleef liggen. Wel zeven centimeter. Mensen raakten er opgewonden van. Weeralarm en files.
Ik stond op het Stadhuisplein in Almere te wachten op de bus.

Geen bus.

Het duurde zeker twintig minuten totdat een man zijn hoofd uit het raam van een voorbijrijdend Connexxion busje stak en de mensen bij de halte mededeelde dat er geen bussen meer reden.
Daar sta je dan. En doelloos staan wachten op een bus die niet komt is tijdverspilling, dus besloot ik maar te lopen en zette mijn voetstappen in de maagdelijke sneeuw, van die krakende, verende, echte sneeuwpassen.
Uit de schoorstenen van de huizen, die ik tegenkwam, kringelde rook, zoals dat hoort op een besneeuwde dag. Ik begon al te denken aan de wereld in 'A Christmas Carol' van Charles Dickens.

Ik kwam aan bij de Hoge Vaart en liep verder over de busbaan. Er was nog niemand geweest hier. Ik zag geen voetstappen, en ook geen bandensporen.
Even diep adem halen.
Langs het water was een grootvader in een bruine houtje-touwtje-jas met zijn kleinkind en een slee er op uit en in een weiland stonden twee paarden te dampen. Zo ver het oog reikte, was alles wit.
Weer haalde ik diep adem. 

Wat ik nu aan lucht binnenkreeg, was van een dronken makende helderheid. Ach, hoe schitterend kraakte en knerpte de sneeuw onder mijn schoenen. Nog een stap, en nog mooier was het geluid, liefelijk, maar ook stoer. Een geluid uit duizenden. Ik liep en liep, haast duizelig van stom geluk.

maandag 13 december 2010


MILKSHAKE IN DE REGEN

Ik kijk uit het raam. De regen komt met bakken uit de zwarte hemel. Het is nog vroeg, zeven uur.
Even later loop ik buiten, samen met de hond.
Deze heeft er zichtbaar weinig zin in, blijft steeds staan, kijkt me met een droeve blik aan en houdt zijn staart protesterend tussen de poten.
Ik trek even voorzichtig aan de riem en krijg hem daarmee weer wat in beweging.
Om de hoek tref ik een mooie, middelbare vrouw aan. Zij draagt een flitsend geel regenjack, blauwe spijkerbroek in halfhoge donkerbruine laarzen gestopt en ze is in gezelschap van een witte hond. Het moet een Maltezer zijn.
“Goedemorgen,” zegt ze.
“Goedemorgen,” zeg ik terug.
Een moment van beschaving.
Onder een luifel komen we in gesprek.
Ze vertelt dat ze na het uitlaten van de hond naar fitness zal gaan.
Ik luister aandachtig.
Zo vertelt ze over de Milkshake.
De Milkshake?
Een dans voor gevorderden, die men regelmatig in de kantine van het fitnesscentrum kan bewonderen.
Ik zal proberen het u uit te leggen.
Een zeer mannelijke danser treedt binnen. Hij heeft de deur uit de hengsels gelicht, zodat de gezonde buitenlucht vrijelijk naar binnen stroomt.
Gelukkig maar, want de barkeeper is een roker.
De danser zet zich in gespannen toestand op een barkruk, want dat is zijn voordeligste toestand.
Nu komt de danseres in actie!
Met katachtige passen komt ze op hem af. Ze gaat naast hem zitten en biedt hem een milkshake aan.
Zo blijven ze uren naast elkaar zitten, terwijl hun blikken over elkanders lichaam dwalen.
Ze beschouwen elkaar in opperste concentratie.
Wanneer de kantine sluit is de dans afgelopen.
Tot zover de Milkshake.
Het is inmiddels tien minuten later en de jonge vrouw in het gele regenjack en ik nemen afscheid van elkaar, de honden hebben het al gedaan.
Ze slaat aan het einde van de straat de hoek om, en weg is ze, opgelost in haar eigen leven.
Een vaag gevoel dat het midden houdt tussen trots en melancholie neemt bezit van mij.
Gelukkig is er de regen, die ratelt op mijn paraplu. Je zou er bijna vrolijk van worden. In ieder geval nodigt het bij mij uit tot muzikaal denken en bedenk in hoeveel liedjes het wel niet regent. Teveel om op te noemen. Nou goed, een paar dan.

Walking in the rain.
Ritme van de regen.
Raining in my heart.
Crying in the rain.
Raindrops keep falling on my head.
It’s a rainy day.

Ik loop verder en neurie A hard rain’s gonna fall van Bob Dylan.

zaterdag 11 december 2010


FRIET VAN PIET

De cafetaria waar de vrouw zich ook deze middag weer heen sleept heet ‘Friet van Piet’. Eigenaar is Piet en Piet bakt al zijn leven lang patat. Dat zie je aan hem, zoals hij aan de vrouw ziet dat deze haar leven lang al in snackbars komt. Zij hoeft maar te knikken en hij gooit een schep aardappels in de hete olie. De elektronische thermometer van de frituur daalt even van 180 naar 170 graden, maar niet voor lang. De vrouw gooit een euro in de gokkast, maar gokken is niet meer hetzelfde zonder de gulden.
Zo lang als Piet al patat in de olie schuift, zo lang is zijn Maria er. Ze zit op de vensterbank en ze leest, wat nogal uitzonderlijk is in een snackbar. Ik zie er nooit iemand een boek lezen. Hooguit de leesportefeuille of De Telegraaf. Maar Maria leest boeken, ook vandaag weer. De vrouw laat de gokautomaat voor wat hij is en probeert te zien welk boek ze leest. ‘De Aanslag’ van Harry Mulisch. Maria kijkt op en de vrouw ziet haar donkerbruine ogen. Haast zwart zijn ze. Zij glimlacht.
Als Piet haar de patat brengt, komt er een kleine vrouw met een hoofddoek binnen. Onwillekeurig kijkt zij naar Maria’s boek. De vrouw heeft twee boodschappentassen bij zich en geeft zonder iets te zeggen een A4’tje met haar bestelling. Zelfs Piet, die al zijn leven lang patat bakt, slikt even. "Dat gaat wel even duren," zegt hij verontschuldigend. Ze knikt en gaat tegenover de eerste vrouw zitten. Ze haalt een boek uit haar boodschappentas. En geloof het of niet, het is hetzelfde boek van Harry Mulisch. De eerste vrouw kijkt om naar Piet of die het gezien heeft, maar Piet sleept dozen met diepvriespatat naar zijn frituur en mompelt in zichzelf. Maria leest en weet van niets.
De patat smaakt de vrouw niet meer, al weet ze niet waarom. Voor het eerst in jaren sluipt ze weg uit de snackbar zonder Piet te groeten. Net als zij uit de deur stapt, sluit Maria haar boek en verzucht ze: "Mooi."


woensdag 8 december 2010

JOHN LENNON

Vandaag, 8 december, is het 30 jaar geleden dat JOHN LENNON in New York rond 11 uur 's avonds werd vermoord. In Nederland was het inmiddels 9 december.

Het onderstaande schreef ik destijds in het condoleanceregister, dat getekend kon worden in het HILTON HOTEL te Amsterdam:

"THE SONG IS ENDED, BUT THE MELODY LINGERS ON"

donderdag 2 december 2010


VERHAAL VAN EEN JONGE CORNETIST

Mijn vader hield veel van jazz. Hij en ik waren grote vrienden en dus ging ik er op een gegeven ogenblik ook naar luisteren, want in trouwe vriendschap wil je dat alles een band schept, en doe je je best voor de ander.

De eerste jazz-plaat die ik kocht was in het begin jaren zeventig, ‘The rare Bix’ van Bix Beiderbecke samen met het orkest van Frankie Trumbauer, een plaat gestoken in een witte kartonnen hoes, een groen kader aan de bovenkant en daaronder een ietwat melancholiek portret van Bix. De vijftien titels van de opgenomen nummers stonden eveneens op de voorkant van de hoes vermeld.

Maar hoe klinkt de muziek van Bix Beiderbecke?

Bix klinkt zoals het koolzuur boven het glas danst als je cola net hebt ingeschonken.
Muziek van Bix is geen achtergrondmuziek. Je kunt het wel draaien en intussen iets anders doen, maar dan werkt het niet precies. Je moet er eigenlijk naar luisteren - er midden in gaan zitten. De muziek moet zich als het ware om je heen vouwen. Het zit vol prachtige nuances en het zit zo in elkaar, lijkt het wel, dat je er in mee wordt gezogen, de diepte in, en dan door de muziek zelf weer langzaam op kunt stijgen. Het vrolijkt je op. Het is muziek om een nieuwe dag met een glimlach tegemoet te treden, en zeker als de zon schijnt boven weilanden die timide glinsteren van de rijp. Het kan je ook uit de put tillen, het brengt je troost en verzoening. Bix geeft de burger moed om het maar eenvoudig te zeggen.

Maar wie was Bix Beiderbecke nu eigenlijk?

Bix Beiderbecke was een van de meest gewilde cornetisten in de jaren 1920, hoewel hij vooral beroemd werd vele jaren na zijn dood in 1931. Tegenwoordig wordt hij beschouwd als een van de eerste jazzmusici bekwaam genoeg om te worden vergeleken met de grote Louis Armstrong. Zijn leven was echter ook doorzeefd door zelf-destructief gedrag, gekenmerkt door fatale alcoholisme.

Opgegroeid in Davenport, Iowa in een comfortabele middenklasse gezin, ontwikkelde Beiderbecke vaardigheid op de piano op zeer vroege leeftijd. Hij begon cornet te spelen op 16, geïnspireerd door Nick LaRocca van de Original Dixieland Jass Band.

Zijn slechte cijfers op school waren het gevolg van een gebrek aan interesse in alles wat hem daar opgedrongen werd. Zijn ouders stuurden hem tenslotte naar Lake Forest Academy, een kostschool in Illinois.
Daar ging hij echter zijn studies negeren ten gunste van stiekem af te reizen naar Chicago om daar jazz in speakeasies te horen. Hij begon meer en meer naar Chicago uit te wijken, en toen hij in 1922 van de academie werd weggestuurd, besloot hij om een carrière in de muziek na te streven. Hij genoot van de vroege jazzklanken van Louis Armstrong, King Oliver en Freddie Keppard, evenals de muziek van Maurice Ravel en Claude Debussy.

Beiderbecke sloot zich in 1923 aan bij The Wolverine Orchestra
en maakte zijn eerste opnamen met hen in 1924.

Rond deze tijd begon zijn samenwerking met C-melody saxofonist Frankie Trumbauer. Beiderbecke en Trumbauer waren vergelijkbaar door hun virtuositeit in verfijnde en contrasterende klanken van de hot jazz. Hun spel zou hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van  de "cool" jazz, een stijl die populair werd gemaakt door Miles Davis en anderen in latere decennia.

Maar terwijl zijn verslaving bloeide, leed zijn carrière hier niet onder, want in 1927 zijn Bix en Trumbauer lid geworden van de Jean Goldkette Orchestra, en na enkele maanden van het Paul Whiteman Orchestra. Beiden waren hoog betaalde professionele ensembles met een grote populaire achterban.

Maar goed, om even terug te komen op het album ‘The rare Bix’, mijn eerste kennismaking met Bix Beiderbecke, blijft dit voor mij de prettigste periode, mede gezien door de zachtheid en de melodische verfijning van tonen en klanken.

Beiderbecke componeerde echter ook werken voor piano. Zijn solo "In a mist"  is een uitgebreid stuk, dat vroege jazz met elementen van het Franse impressionisme injecteert.

Het zware drinken kreeg echter een climax in 1929. Na een zenuwinzinking werd Bix gedwongen om verlof te nemen bij het Whiteman Orchestra om te recupereren. Hij bleef echter drinken en twee jaar later, op 6 augustus 1931, is hij op 28-jarige leeftijd bezweken aan zijn verslaving.

Hoewel niet volledig erkent tijdens zijn korte leven, is Beiderbecke's talent geprezen tot op de dag van vandaag. Zijn ingetogen en reflectieve stijl heeft model gestaan voor talloze volgelingen, zoals zijn versmelting van jazz en klassieke muziek invloeden.
Ook mijn vader is inmiddels gestorven, maar ik draai nog steeds de platen van Bix Beiderbecke en heb het uitgebouwd tot een epos dat mijn leven mee kan.


Klik voor meer info over Bix Beiderbecke naar mijn Early Jazz Site hier!