Stilte, een heerlijk woord, veel verlangd, maar vaak verstoord.

vrijdag 14 januari 2011

PETER POST

 Vandaag is Peter Post overleden (77). Het volgend stukje heb ik geschreven voor mijn bundel 'My Blue Heaven'.

Op een dag kwam ik Peter Post tegen, in Amstelveen, zijn woonplaats. Hij droeg een lange donkerblauwe regenjas en hele mooie, bruine schoenen. De kraag van de jas stond iets omhoog om de nek tegen de strakke wind en de lichte regen te beschermen. Aan zijn arm had hij een blonde vrouw. Echtgenote of geen echtgenote, ze zag er betoverend uit.

Af en toe stonden ze stil. Zij keek dan in een etalage en hij wat losjes om zich heen.

Hij, Peter Post.

Van jongs af aan heeft hij mij geboeid. Eerst door het baanwielrennen, zoals de individuele achtervolging en de zesdaagse, waarover ik straks meer wil vertellen, en later op de weg. De Raleighploeg is natuurlijk zeer nauw verbonden met Peter Post. Henk Lubberding met het lange, wapperende haar, Gerrie Knetemann met de praatjes, Jan Raas met het ziekenfondsbrilletje en weer wat later Johan van der Velde en Joop Zoetemelk met wie de ploeg in 1980 de Tour de France won.

Ik zag hem lopen in Amstelveen en wat was hij groot. Een man in een pak, een man met een hand in z’n zak, een hand die wat speelt met kleingeld of de sleutelbos.

Het was een winderige en regenachtige woensdagmiddag. Het was niet druk op straat. En weer stond hij met zijn dame stil voor een etalage. Zijn haar was al wat grijs en zijn gezicht gegroefd.

Ach, Peter Post, ooit machthebber tijdens de zesdaagsen. Zo heb ik ‘m leren kennen.

In het vroege voorjaar van 1963 besteeg hij de troon na een genadeloos gevecht om de heerschappij op de Europese winterbanen, dat in dat seizoen zijn climax bereikte.

Hoewel het seizoen nog niet helemaal ten einde was, stond het al onverbiddelijk vast: Peter Post had de heerschappij van Rik van Steenbergen overgenomen. Hij was de nieuwe Koning van de Winterbanen. Weliswaar was de Amstelveense reus op dat moment nog ver verwijderd van het record aantal zeges van de Belg, maar dat was voor later zorg. Dat kwam wel goed.

Peter Post was zoon van een Amsterdamse slager en werd al gauw door de wielersport gegrepen mede door de verrichtingen van een bijna twintig jaar oudere buurtgenoot, Gerrit Schulte. En het was deze Gerrit Schulte die Peter Post later onder zijn hoede nam en hem naar zijn eerste zesdaagse-triomfen zou geleiden.
Maar diezelfde Schulte zou hem ook weer laten vallen, omdat hij, de bikkelharde wielergeneraal, die jongen van Post maar een ‘huilebalk’ vond.
Daardoor heeft Schulte, wellicht onbewust, de vurige fakkel van eerzucht ontstoken, die het geheim is geworden van de latere successen van Peter Post als wielrenner.

Peter Post aarzelde niet om met open vizier tegen de Belgische wielervorst Rik van Steenbergen ten strijde te trekken. En hij had maling aan de daaruit voortvloeiende consequenties. Hij associeerde zich met de tweevoudige wereldkampioen op de weg Rik van Looy en die verbintenis zette hem, ook financieel, stevig in het zadel.

Peter Post was waar hij voorlopig wezen wilde. Hij stond aan de spits, ook al was dat in de cijferlijsten van de wielerstatistici dan nog niet direct te zien. Maar eensklaps dongen alle groten van weleer naar zijn gunsten. Zelfs Rik van Steenbergen, de onttroonde koning, die tegen het einde van zijn wielercarrière steeds veelvuldiger het gezelschap van Post ging zoeken, die genoeglijk buurtend met Peter over de piste zwierde.

Sinds hij de troon besteeg had hij al gauw ook de statistici druk beziggehouden. Zijn overwinningslijst groeide gestaag.

En nu zag ik hem lopen, daar in Amstelveen. Hij stak over. Zijn schoenen waren te mooi voor het natte weer. Zijn jas hing open. Hij had een hand in zijn broekzak. Het was niet goed meer te zien of de vrouw naast hem nu aan zijn arm hing, of dat hij eigenlijk op haar arm steunde.

Peter Post.

Hij heeft als wielrenner en later als ploegleider veel geld verdiend. Dat geld heeft hij met dezelfde nauwgezetheid beheert als waarmee hij de sportieve kant van de zaak behartigde. Er is wellicht geen tweede renner die in die periode zo stipt zijn training volgde, die zoveel deed en naliet voor zijn lichamelijke conditie als Peter Post.

Dank zij die bijna benauwende discipline ten opzichte van zichzelf heeft hij zijn hoge plaats in de wielrennerij veroverd. Zijn eerzucht heeft er jaren borg voor gestaan.

Peter Post, een legende.

Nog steeds mis ik ‘m tijdens het wielerseizoen.

Ik mis ‘m nog steeds als de klassiekers zich weer aandienen; de Ronde van Vlaanderen, Gent-Wevelgem, Luik-Bastenaken-Luik, Parijs-Roubaix, de Amstel Gold Race.
Maar ook de Tour de France is niet meer als toentertijd met Peter Post in de gloriedagen als ploegleider. Je kon er blind op varen.

Nog enigszins in gedachten gezonken verdween Peter Post en zijn dame uit ons zicht.

Het regende nog steeds zachtjes en ik begaf mij met mijn vrouw naar de auto.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten