Stilte, een heerlijk woord, veel verlangd, maar vaak verstoord.

vrijdag 15 april 2011

Doet u mij maar twee

Mijn oom en tante woonden ook in Groningen - helemaal aan de andere kant van de stad, aan de Paterswoldseweg. Vanuit het centrum gezien rechts van de weg lag en ligt nog steeds het Stadspark, mijn oom en tante woonden links van de weg, in zo'n typisch jaren vijftig-galerijflatje; vier verdiepingen, baksteen, een winderig, maar schoon trappenhuis. En ooit moet ik daar hebben gelogeerd, want daarover gaat dit verhaal, hoewel: eigenlijk gaat het over zo'n anekdote die je je hele leven achtervolgt, maar waar je de specifieke coördinaten niet meer van kent, alleen de punchline is over. In dit geval luidt die: "doet u mij maar twee."
Uh?
Jawel.
Naar verluid vroeg mijn oom mij bij het zondagochtendontbijt of ik zin had in een sinaasappel en daarop zei ik dus: doet u mij maar twee. Een jaar of zes, zeven moet ik geweest zijn. Of ik wist niet wat sinaasappels waren, of ik was er heel dol op, of ik begreep mijn oom niet, of ik was bijzonder brutaal - ik ben er nooit uitgekomen, maar iedere keer als ik mijn oom en tante nadien tegenkwam, vertelden ze de anekdote. En tegenkomen deed ik ze met enige regelmaat, want naderhand kwamen ze, vooral tante, elk jaar op de verjaardag van mijn moeder, op eerste kerstdag.
"Doet u mij maar twee."
Mijn tante oogstte altijd veel gelach als zij de clou van haar verhaal onthulde, maar nooit heb ik begrepen wat er nu precies verkeerd was aan het antwoord, of het moet zijn geweest dat er volgens mijn tante een aanmatigend soort ambitie uit sprak, iets dat kennelijk heel typerend was voor mij, of juist niet.
Niets dan liefde verder, maar toch even een klein tikje op de vingers; wij Schuurmannen wilden meteen twee als ons één werd aangeboden, dát werk.
Jaren later kwam de anekdote nog steeds voorbij. Ik vroeg mijn tante wel eens wat er nou precies zo grappig aan was, maar dat kon zij niet uitleggen - of zij was de precieze coördinaten van de anekdote inmiddels vergeten, dat kan ook. Maar de weinige keren als ik nu nog in Groningen ben en ik loop langs het Stadspark, kijk ik even naar links en denk aan die kleine logeerpartij die zulke grote gevolgen had, hoewel groot? Gevolgen van niets natuurlijk. Die twee sinaasappels die ik als een soort kleine Napoleon had verordonneerd. En dat terwijl ik me niet kan heugen ooit van sinaasappels te hebben gehouden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten