Stilte, een heerlijk woord, veel verlangd, maar vaak verstoord.

dinsdag 2 augustus 2011

Avond op de Albert Cuyp

Het was een zachte avond. Het had geregend, maar nu was het droog. De markt was opgeruimd. Hier en daar stonden kramen met een vaste vergunning. Die hoefden niet weg. Morgenochtend in alle vroegte zou de boel weer opgebouwd worden en het leven hier weer losbarsten.
De Albert Cuypmarkt.
Eigenlijk is er geen mooiere straat in Amsterdam. Zo breed ook, machtig verbindt hij de Van Woustraat met de Ferdinand Bolstraat, en andersom. Wil je overdag de markt op, dan bedenk je je misschien twee keer, maar zo ’s avonds is het een heerlijke strook asfalt om overheen te zwieren.
Op de hoek van de Eerste Sweelinckstraat en de Albert Cuypstraat stond een zwerver. Hij droeg een grijze broek, een donkerblauwe schipperstrui, afgetrapte sandalen aan zijn voeten.
Hij rookte een sigaret en keek stoïcijns voor zich uit. Hij had een doorgroefd gezicht, een vierkant hoofd, stoppelbaard, grijs haar. Met iedere trek die hij van de sigaret nam, vielen zijn wangen in en stroomde de rook van de vorige trek uit zijn wijde neusgaten.
Nadat hij de laatste trek had genomen, gooide hij het restant op de grond, trapte er met zijn sandaal een paar keer op en stapte het buurtcafé van Rooie Bart binnen.
Daar zat Arie, met naast hem Zwarte Lola, zijn huisbazin.
De zwerver stapte naar hun toe. ''Ach mijnheer en mevrouw, heeft U een euro voor me, want ik barst van de honger.''
Lola voelde zich ongemakkelijk, maar Arie kreeg medelijden met hem en vroeg: '' Hoe heet U?''
''Gerrit, mijnheer”.
''Gerrit, heb je zin iets goeds te eten, want dat graaien uit die afvalbakken lijkt mij niet gezond. Kom zo maar met ons mee. Ik trakteer jou en Lola op iets lekkers bij Mc.Donalds.''
Dat beviel Lola helemaal niet en fluisterde naar Arie: ''Zeg ben jij nou helemaal van de pot gerukt. Ik heb geen zin om met die zwerver te gaan eten.'' ''Lola, ik wil die man een fijne dag bezorgen.''
Zij legde zich er bij neer.
Enkele minuten later nam het drietal plaats aan een tafeltje bij Mc.Donalds.
''Wat wil je eten, Gerrit?''

''Als het U blieft, graag twee hamburgers, patat en cola.”
“En jij, Lola?''
''Geef mij maar koffie en appelgebak.''
Arie ging in de rij staan, want het was behoorlijk druk.
Lola voelde zich niet op haar gemak met die zwerver naast haar, want hij zag er verwaarloosd uit en rook niet fris.
''U hebt een aardige man, mevrouw.''
Lola dacht, laat hij maar denken, dat ik zijn vrouw ben.
''Ja mevrouw, het leven kan vreemd verlopen. U zult zich afvragen waarom ik zo ben geworden. Ik heb een goede opleiding gehad en leidde een bedrijf met twintig werknemers. Helaas overleed mijn eerste vrouw. Een jaar na haar overlijden maakte ik kennis met een knappe, blonde, jonge vrouw. Ik trouwde met haar, maar spoedig bleek, dat ze het niet zo nauw nam met mannen. Ze bleek een nymfomane te zijn en had dus grote behoefte aan seks, en dat kon ik haar niet geven.
Tot overmaat van ramp begon ze te drinken en gebruikte drugs. Mijn leven met die vrouw werd een hel. Toen ik op een avond van mijn werk thuis kwam, betrapte ik haar met een man in bed. Ze gingen luidruchtig te keer. Ik werd vreselijk kwaad en sloeg die kerel een hersenschudding en draaide de arm van mijn vrouw bijna uit de kom. Ik verwaarloosde mijn bedrijf en werd door de politie opgepakt wegens mishandeling. Mijn vrouw verliet mij, waarna ik in een wanhoopsdaad mijn bedrijf in brand heb gestoken, teneinde het verzekeringsgeld te kunnen innen. Maar het liep anders af, want ze konden bewijzen, dat ik de brand had aangestoken en ik ging voor een paar jaar de gevangenis in.
Nadat ik daaruit was ontslagen had ik niets meer en ben gaan zwerven.''
Lola hoorde zijn verhaal met grote belangstelling aan en kwam tot de conclusie, dat niet iedere zwerver een boef was. Zij ontdekte ook, dat Gerrit zeer beschaafd sprak. Inmiddels kwam Arie met een groot blad lekkernijen aanlopen en nam plaats aan het tafeltje. Gerrit genoot van de hamburgers, patat en cola. Toen ze klaar waren met eten namen ze afscheid van Gerrit. ''Mevrouw en mijnheer, jullie zijn weldoeners en kinderen van God.''
Ze liepen de zaak uit toen Lola plotseling een gil gaf en even omhoog sprong. ''Wat is er Lola'', vroeg Arie. ''Ik dacht, dat Gerrit in mijn bil kneep.'' ''Echt niet mevrouw, dat deed ik niet'', stamelde deze.
Arie lachte en zei: ''Dat deed ik, Lola.''
Ze namen nog een keer afscheid en gingen naar huis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten